"Natuur- en Vogelwacht Biesbosch De gemeente Drimmelen heeft ten onrechte omgevingsvergunningen behandeld (sommige vergund en sommige afgewezen), terwijl dat in strijd is met de Wet natuurbescherming, alleen al omdat de verplichte natuuronderzoeken onderzoeken te oud en verlopen zijn. Deze mogen niet ouder zijn dan drie jaar, maar zijn inmiddels vijf jaar oud.
Wij als Natuur- en Vogelwacht Biesbosch vechten de vergunningbehandeling (zowel toewijzen als afkeuren) niet alleen om deze grond aan, maar voeren tevens andere argumenten op, zoals u in onze zienswijzen kunt lezen.
Burgemeester en Wethouders en
Gemeenteraad van Drimmelen
Postbus 19
4920 AA Made
gemeente@drimmelen.nl
Onze ref.: RH/rh 23b012 Dordrecht 15 augustus 2023
Betreft: Zienswijzen verleende ontwerp-omgevingsvergunningen zonnevelden: Bergen en Moerseweg en geweigerde omgevingsvergunningen: Horenhilsedijk, Vierendeelseweg en Nieuwstraat/Vogelstraat
Geacht college en gemeenteraad
Bij deze dient de Stichting Natuur- en Vogelwacht Biesbosch onderstaande zienswijzen in op de voorliggende verleende en geweigerde omgevingsvergunningen met betrekking tot de realisatie van grootschalige zonnevelden in het buitengebied van de Gemeente Drimmelen.
De Stichting Natuur- en Vogelwacht Biesbosch is een erkend belanghebbende op het gebied van natuur en landschap. Niet alleen in de Biesboschregio maar in geheel Nederland. Ter verifiëring kunt u in de bijlagen van deze brief de statuten van onze stichting inzien, alsmede onze inschrijving bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam.
In 2023 bestaat onze stichting veertig jaar en gedurende de afgelopen vier decennia heeft de Natuur- en Vogelwacht Biesbosch in diverse procedures een rol van betekenis gespeeld en is zij als zodanig tot aan het hoogste Rechtscollege als belangenbehartiger voor de natuur in Nederland erkend.
In de Biesboschregio en dus ook in de Gemeente Drimmelen, is onze organisatie kwantitatief gezien de grootste belangenbehartiger, omdat wij miljoenen levende organismen vertegenwoor-digen die zelf geen stem hebben.
Onze zienswijzen richten zich met name op de in onze ogen onrechtmatige verlening van een omgevingsvergunning voor de realisatie van zonnevelden op de locaties Bergen en Moerseweg. Dit vooral vanwege de “gedateerde”, onvolledige en gebrekkige natuuronderbouwing.
Wat natuuronderzoek betreft zijn voor de diverse locaties alleen zogenaamde quick-scans flora en fauna uitgevoerd, die in dit geval slechts uit een bronnenonderzoek en een uitermate summiere “biotooptoets” bestaan.
Natuuronderzoeken voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de realisatie van zonnevelden, mogen in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) op het moment van het verlenen van een omgevingsvergunning niet ouder zijn dan drie jaar. De natuuronderzoeken voor de bovengenoemde locaties hebben allemaal in de tweede helft van 2018 plaatsgevonden en zijn daardoor momenteel (15 augustus 2023) minimaal vijf jaar oud en dus niet meer rechtmatig. Het verlenen van een omgevingsvergunning voor de betreffende locaties is daarmee illegaal. Ook bij het afwijzen van locaties had de gedateerdheid, alsmede de gebrekkige natuur-onderbouwing, een rol dienen te spelen. Dat is nu niet gebeurd.
Behalve dat de natuuronderzoeken allemaal “overtijd” zijn, zijn de inventarisaties, die ten onrechte natuurtoets genoemd worden, in onze ogen volstrekt onvoldoende. Er heeft een onvolledig bronnenonderzoek plaatsgevonden middels raadpleging van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Deze databank beschrijft veel grotere brongebieden dan de planlocaties waardoor er gemakkelijk ruis op de lijn kan komen. De NDFF wordt met name gevoed met waarnemingen van aangesloten vrijwilligers en organisaties, maar lang niet door elke waarnemer en is daardoor niet volledig. Zo zijn er ook nog veel andere flora en fauna-waarnemers, regionale databanken en dito verspreidingsatlassen die ten behoeve van de onderliggende quick-scans niet zijn geraadpleegd. In dit verband noemen wij bijvoorbeeld ons eigen Biogeografisch Register Biesbosch (BRB).
Bovendien is er bij het bepalen van de presentie van soorten te snel en lichtvaardig een aanname gedaan, terwijl daarvoor in onze ogen nu juist aanvullend onderzoek uitkomst had kunnen bieden en voorgeschreven is. Aanvullend onderzoek is echter overal en bij de meeste disciplines achterwege gebleven en dat is tekenend.
De zogenaamde biotooptoets is slechts binnen één dagdeel gedaan en dan ook nog in het verkeerde seizoen. Deze is namelijk in de winter uitgevoerd op het moment dat veel vegetatie afgestorven is en diersoorten afwezig zijn of in winterrust verkeren. Zo wordt in de quick-scans geconcludeerd dat het voorkomen van beschermde vissoorten en amfibieën uitgesloten is omdat de watergangen en poelen tijdens de biotooptoets geen watervegetatie maar alleen slib bevatten. De afwezigheid van waterplanten in november en december zegt echter niets over het biotoop in voorjaar, zomer en herfst omdat de meeste planten in het najaar afsterven, maar na de winter wel degelijk weer uitbundig of strikt genoeg kunnen uitgroeien om toch een geschikt habitat voor (beschermde) aquatische en amfibische dieren te vormen.
Behalve gebrekkig zijn de onderliggende natuuronderzoeken in onze ogen ook onvolledig en worden beschermde soorten, die dankzij aanvullend onderzoek en een gedegen interpretatie wellicht boven water hadden kunnen worden gehaald, gemist.
Zo ontbreken in de beoordelingen:
- Meerdere vogelsoorten met een zogenaamde vaste verblijfplaats (Vogelrichtlijn en Wnb).
- Beschermde grondgebonden zoogdieren (Habitatrichtlijn en Wnb).
- Vleermuissoorten (alle soorten zijn beschermd via de Habitatrichtlijn en Wnb).
- Beschermde amfibieën en vissen (Habitatrichtlijn en Wnb).
Niet alleen zijn de quick-scans in onze ogen summier en onvolledig, ze worden ook ten onrechte als natuurtoets bestempeld, terwijl er van toetsing in de zin van de wet helemaal geen sprake is. De aangetoonde en potentiële natuurwaarden worden immers nergens in de rapporten getoetst aan de verschillende ontwikkelingen en (tijdelijke) werkzaamheden die invloed kunnen hebben op de individuen van soorten danwel op hun functionele leefomgeving of de gunstige staat van (lokale) instandhouding.
Ten slotte willen wij nog iets opmerken over de aantasting van het landschap door de realisatie van grootschalige zonnevelden. Het buitengebied van de Gemeente Drimmelen is nog rijk aan bijzondere landschapselementen, zoals onder andere; vochtige graslanden, een laaglandbeek, oeverlanden, kreeklopen, ooibossen et cetera. Maar ook liggen er binnen de gemeentegrenzen nog veel waardevolle cultuurhistorische objecten zoals: verdedigingsschansen (Kleine schans, Linie van Munnikenhof), eendenkooien, binnengrienden, terpen, dijken en kades, drinkpoelen, moergaten en zandputten, waarvan de meeste een relatie hebben met het aangrenzende Natura 2000-gebied Biesbosch en met de ontstaansgeschiedenis van dit deel van Brabant. Daar mag de gemeente Drimmelen best zuinig op zijn, want er is in de loop der tijd al (te) veel verdwenen.
In onze ogen passen in dit landschap geen grootschalige zonnevelden. Bovendien gaat klimaatadaptatie en waterbuffering in de nabije toekomst een steeds grotere rol spelen. Ook daar dragen grootschalige zonnevelden in het geheel niet aan bij.
Natuurlijk is duurzame energie iets waar ook onze organisatie grote waarde aan hecht en zonne-energie vormt daarbij een onuitputtelijke bron. Daarom willen wij u als gemeente in overweging geven om de exploitatie van zonne-energie zoveel mogelijk te stimuleren, maar in plaats van zonnevelden of zonneparken vooralsnog te investeren in zonnepanelen op daken (beginnend bij die van alle gemeentegebouwen), of op braakliggende industrieterreinen of afgedekte vuil-stortplaatsen. Bij dat laatste kan in onze ogen intergemeentelijke samenwerking ook een belangrijke rol spelen, met name bij de locatiekeuze.
Rest ons nog te melden dat wij in deze, maar ook anderszins, graag met de Gemeente Drimmelen willen meedenken en meewerken.
Met vriendelijke groet,
namens de Stichting Natuur- en Vogelwacht Biesbosch
R.W. Jaquet, voorzitter R.E.P. Haan, secretaris